Wim Lybaert in Sri Lanka

Wim Lybaert trekt met Best of Travel op beleefreis naar Sri Lanka. Een land dat het werkelijk allemaal heeft: een tropisch klimaat, veel variatie tussen natuur en cultuur, een lekkere keuken en heerlijke stranden.

Benieuwd naar Wims avonturen met Best of Travel? Volg hier dagelijks alle updates van zijn reisverhaal

Voor mijn vertrek naar Sri Lanka wist ik niet zoveel over het land. Ik wist dat het lange tijd een Engelse kolonie was, dat het een stop was op de kruidenroute en dat er thee en rijst geteeld wordt. Ik ken de Tamil Tijgers, weet dat het eiland onder India ligt, in de Indische Oceaan en dat ze er - gezien die locatie - waarschijnlijk veel curry’s en rijst eten. Maar ik besef ook dat dit maar een fractie is van wat er in Sri Lanka allemaal te ontdekken valt. Op naar nieuwe avonturen. Ayubowan!”

Dag 1: Kennismaken met Sri Lanka

Met of zonder een chauffeur?

Zelfs als je graag en goed met de auto rijdt (zoals ik ;-)) zou ik toch aanraden om bij een rondreis naar Sri Lanka een chauffeur/gids te boeken. Autorijden in Sri Lanka is autorijden, but not as we know it. In Sri Lanka rijden ze links, maar het is veel meer dan dat. Ze rijden volgens de regels van een communicatiesysteem dat alleen de locals écht kennen. Sri Lankanen zijn geen assertieve of ongeduldige chauffeurs, verre van. Maar het verkeer beweegt op een heel eigen ritme van getoeter en lichtgeflikker. Een voorbeeldje om dit duidelijk te maken:

Een tuktuk wordt voorbijgestoken door een auto en deze worden op het moment van hun actie nog eens ingehaald door een bus. Op een tweevakbaan. In een bocht. Geen probleem voor de Sri Lankanen! De auto toetert 1 x als hij de tuktuk wil inhalen, de tuktuk antwoordt met 1 x claxonneren als alles ok is. Als er een probleem is antwoordt de tuktuk met 2 tuutjes. Dan weet de auto dat hij moet wachten. Als de auto de tuktuk inhaalt doet de buschauffeur hetzelfde met de chauffeur van de auto. Ben je nog mee? Er wordt geflikkerd met de lichten als er voor tegenliggers gevaar dreigt op de weg. Als er politie in de buurt is of als er een aap, hond, koe of olifant (!) op de weg loopt. Tegelijkertijd wordt dat gevaar meteen gesignaleerd aan de achterliggers door de vier richtingaanwijzers aan te zetten. Kortom, er gebeurt ontzettend veel tegelijk.

Daarom ben ik heel blij als ik op de luchthaven van Colombo opgepikt wordt door Supun, mijn chauffeur én gids tijdens mijn reis naar Sri Lanka. Hij rijdt op het ritme van Sri Lanka, maar is heel voorzichtig, spreekt zeer goed Engels en vertelt honderduit over de schoonheid en de geschiedenis van zijn land. We zijn vertrokken!

Sigiriya

Als het over immobiliën gaat, zijn er drie regels: locatie, locatie en… locatie. Dat was iets dat koning Kasyapa in de 5e eeuw AC ook al wist. Kasyapa, de zoon van koning Dhatusena, zag zichzelf als opvolger van zijn vader. Groot was zijn verbazing toen niet hij, maar zijn halfbroer aangeduid werd als troonopvolger. Zoals in alle goede families kwam het tot een hoogoplopende ruzie waarbij Kasyapa zijn vader vermoordde en zijn halfbroer wegstuurde. Zo had hij de baan vrij en besliste om een kasteel voor zichzelf te bouwen. Hij wou een ‘fort in de lucht’ en wist dé perfecte locatie: de heilige berg Sigiriya.

Kasyapa had wel een klein probleempje: er woonden al monniken op die plek… Nadat hij deze vriendelijk, maar kordaat, verzocht om de plek te verlaten, kon de bouw van zijn majestueus paleis beginnen. Het werd een indrukwekkend lusthof waar hij, samen met zijn 500-koppige harem, naar hartenlust genoot van het leven. Hij liet beneden een zomerpaleis bouwen aan het water. En boven, op de top van de berg, kwam zijn winterpaleis, zijn fort in de lucht. Op een terrein van bijna 2 ha, 350 meter boven de zeespiegel liet hij een optrekje bouwen. Ik hoop voor Kasyapa dat hij niet elke dag op en af moest, want de klim naar de top is pittig.

Ik heb serieus gezweet, vooral op het laatste stuk. Daar wandel je vanaf twee gigantische leeuwenpoten langs vervaarlijk scheve trappen steil omhoog. Er gaan af en toe stemmen op om hier een kabelbaan te installeren die de toeristen naar boven brengt, ik snap waar dat idee vandaan komt… Puffend en stomend bereik ik de top. En daar vergeet ik meteen alle gepuf en gesteun; want het uitzicht is spectaculair. Die koning Kasyapa had dat niet slecht gezien.

Op de weg terug naar beneden stop ik nog bij de fresco’s die in een grot op 100 meter hoogte werden teruggevonden. Via twee smalle wenteltrappen (eentje werd gerecupereerd uit een oud Engels treinstation!) klim ik naar de overdekte rotsgang. Daar spatten de kleurrijke muurschilderingen van de elegante dames uit de harem van Kasyapa van de muren. In hun grot zijn ze goed beschermd tegen alle weersinvloeden waardoor ze nog in zeer goede staat zijn.

Kleine tip: bezoek Sigiriya ’s morgens vroeg, dan ontloop je de hitte (een beetje)…

Dag 2: De perfecte combi van cultuur, natuur en heerlijk eten!

Polonnaruwa

Volgens Supun, mijn gids, is Polonnaruwa een van de mooiste steden uit de menselijke beschaving. Van de 11e tot de 13e eeuw was dit de hoofdstad van Sri Lanka. Het is bovendien, net als mijn thuisstad Brugge, UNESCO werelderfgoed. En… Duran Duran filmde er in 1982 hun videoclip ‘Save a prayer’. Neen dat wist ik niet, dat las ik op Wikipedia, maar wel een topnummer, toch?!

Supun neemt me eerst mee naar het museum waar miniaturen replica’s staan van de tempels en paleizen. Zo krijg ik een goed idee hoe die er uitzagen in al hun glorie. Eén paleis telde 7 verdiepingen! Daar ben ik toch zwaar van onder de indruk. Je kan de site verkennen met de auto, er zijn overal aangelegde stopplaatsen, maar een toffere manier om deze oude stad te verkennen is per fiets. De fietsen zijn basic, maar doen wat ze moeten doen. Ik heb geluk vandaag: het terrein ligt me (het is vlak ;-)) en ik heb goede benen. We fietsen langs de restanten van prachtige paleizen, vijvers, een stoepa, tempels, prachtig versierde stenen trappen en muren.

De toenmalige koning - Prakramabahu de Grote - zei dat er geen druppel water uit de hemel verloren mocht gaan en dat alles gebruikt moest worden voor de ontwikkeling van het land. En het irrigatiesysteem dat hij liet aanleggen was zijn tijd ver veruit, want het wordt tot op de dag van vandaag gebruikt voor de bevloeiing van de rijstvelden.

Als kers op de taart stoppen we bij de Gal Vihara. Uit deze gigantische rots werden drie Boeddhabeelden gehakt. Prachtig hoe gedetailleerd alles met de hand uitgehakt werd: het kussen waarop de liggende Boeddha rust bijvoorbeeld, is ingedrukt door de zwaarte van zijn hoofd, de plooien van zijn kleed zijn allemaal minutieus uit de rots gebeiteld…

Farmers’ lunch

Ik voel een hongertje knagen. Supun heeft me warm gemaakt voor een Farmers’ lunch. In het midden van de paddy fields (zo noemen ze de rijstvelden) rijden we de oprit op van een felgroen huisje: Priyamali Gedara. Ik neem een kijkje in de buitenkeuken waar ze tot mijn grote fascinatie koken op een open vuur. De vlammen van het vuur likken de pruttelende potten. In de ruimte ernaast worden de potten vol kleurige en geurige curry’s warm gehouden op de hete as. Ik krijg een bord toegestoken en wordt meegenomen naar het buffet: een tafel waar wel 15 gerechten op uitgestald staan, ‘Choose wat you like’ zegt Supun, en dat laat ik me geen twee keer zeggen!

Een slaatje met sjalot, tomaat, wortel, selder én ananas, witte rijst, rode rijst of gele rijst met kruiden en rozijnen. Curry’s met maniok, pompoen, komkommer, aubergines, bonen, eentje met kip en eentje met vis, dahl… En chilipasta! Supun lacht als ik een stevige schep van de rode pasta in mijn mond steek. Wauw! Pittig! Gelukkig zorgt een heerlijk frisse lokale pint (een Lion Ale) voor de nodige verkoeling. Ik zoek een plekje uit aan een bank met zicht op de rijstvelden en geniet van al dat lekkers. Als dessert neem ik nog een kommetje buffelyoghurt met treaccle, een zoete siroop gemaakt van de bloem van de kokosnoot. Het doet een beetje denken aan esdoornsiroop. Er is ook nog vers fruit en gefrituurde zoete koekjes die aan smoutebollen doen denken. Ik rol van tafel…

Jeep safari in Hurulu Eco Park

Na de lunch is het tijd voor mijn eerste safari in het Hurulu Eco Park. We gaan op zoek naar olifanten. Er zijn verschillende nationale parken in de buurt en de olifanten trekken van het ene naar het andere op zoek naar vers gras. Supun wijst me op het verkeersbord dat waarschuwt voor overstekende olifanten. Ik lach, dat zal toch niet zo vaak voorvallen? Even later steken we inderdaad een olifant voorbij die rustig langs de kant van de weg wandelt. Dan is het aan Supun om te lachen. Het dier is alleen op stap en dat wil zeggen dat het een mannetje is want vrouwtjes blijven bij de kinderen in de kudde. De Aziatische olifant is een stuk kleiner dan zijn Afrikaanse soortgenoot, maar het blijft een indrukwekkend beest. Supun gunt hem wijselijk zijn voorrang.

Het Hurulupark is zo’n 18.000 ha groot en je rijdt er echt in de jungle, wat het iets moeilijker maakt om wild te spotten. Hier zijn geen open vlaktes zoals bijvoorbeeld in Zuid-Afrika. Tijdens de safari bouwen we langzaam op: eerst zien we een kameleon, daarna pauwen, buffels en dan… komen de olifanten! Met hun grote oren flapperend rond hun hoofd, trekken ze rustig maar gedecideerd het groene gras uit de grond. Aziatische olifanten in het wild worden gemiddeld 60 jaar oud en ze wegen tussen de 3000 en 5000 kg. Allemaal geleerd van Supun!

Dag 3: Vol (letterlijke) hoogtepunten

Luchtballonvaart

Als de wekker afloopt om 4u30 schrik ik wakker uit het diepste van mijn slaap. Nog een beetje groggy wandel ik naar de parking van mijn hotel. Daar word ik opgepikt door een medewerker van Sri Lanka Balloon want vandaag stap ik voor de eerste keer in mijn leven in een luchtballon. En for the record: ik heb hoogtevrees! Ik voel toch een lichte kriebel in mijn buik. Om 6u stipt, net voor zonsopgang, gaat de ballon de lucht in. De piloot Alparslan - wij mogen Al zeggen - heet ons welkom en vraagt of dit de eerste keer is dat we in een luchtballon vliegen. ‘Yes, it’s the first time for me’ vertel ik. ‘For me too’ antwoordt hij laconiek. Heel even panikeer ik, maar dan barst hij in lachen uit. Dat neemt de stress wat weg…

Langzaam stijgen we omhoog. De ochtendstilte wordt alleen onderbroken door het geluid van de vlammen van de gasbrander die de ballon omhoog duwen. We vliegen niet zo hoog, zo’n 500 meter, en ik zie de zon opkomen boven de rijstvelden. De mensen spotten onze luchtballon en zwaaien. Ik ontspan, zwaai terug en probeer te genieten van mijn luchtdoop. Maar ik ben toch weer blij als ik een uurtje later, na een zachte landing, weer veilig met beide voeten op de grond sta.

De rotstempels van Dambulla

De rotstempels van Dambulla staan sinds 1991 op de UNESCO werelderfgoedlijst. Ze liggen boven op een heuvel van ongeveer 150 meter. Tijdens mijn klim naar boven, langs een steile trap, word ik vergezeld door actieve aapjes die vanop de trapleuning kijken naar mijn krachtinspanning of andere die een beetje treiterig showen hoeveel sneller zij boven geraken.

Boven aan een stalletje geef ik mijn schoenen in bewaring waarna ik het plein blootsvoets opwandel. Je hebt hier een schitterend uitzicht over de omgeving. Deze grottempels vormen al eeuwenlang een heilig bedevaartsoord. In de vijf tempels staan in totaal 157 Boeddhabeelden en de offertafels met wierook, bloemen of rijst bewijzen dat ze ook nu nog ‘gebruikt’ worden door Boeddhistische gelovigen. De wanden en plafonds van de verschillende grotten zijn prachtig beschilderd met fresco’s en muurschilderingen. Er zijn archeologen aan het werk. Een van de mannen vertelt me dat het reinigen van de plafondschilderingen wel wat tijd in beslag neemt: op 1 dag krijgen ze de grootte van een A4 gereinigd! En dat is allemaal handwerk: met een vlakgom verwijderen ze de rookresten die wierookstokjes en olielampen achter lieten zodat de felle kleuren weer tevoorschijn komen. Wat een werk!

Trekking in Madukumbura

Als we in het dorpje Madukumbura aankomen, worden we opgewacht door twee mannen op een motor. De laatste kilometers moeten we hen volgen tot de startplaats van onze trekking, Waze of Google Maps werken hier namelijk niet. We slingeren omhoog tot ergens in the middle of nowhere. Supun parkeert de auto en stelt me voor aan onze gids Sugat en zijn jongere broer. Zij nemen me mee de natuur in voor een stevige trekking.

Sugat werkte vroeger in de financiële wereld, maar hoe lang dat precies geleden is weet hij niet meer. Hij is ontzettend blij dat hij destijds zijn ontslag gaf en nu ganse dagen in de natuur kan doorbrengen en zijn liefde voor de natuur in Sri Lanka kan doorgeven. Hij begeleidt wandelaars op een trekking van enkele uren of dagen. Hij maakt de uitstappen helemaal op maat. Het is een lieve, zachtaardige man die ontzettend veel weet over de omgeving.

We wandelen het pad omhoog en hij toont me al meteen verse peperbolletjes die aan een boom groeien. Ik pluk zo een groen bolletje van de plant en steek het in mijn mond. Heerlijk! Fris en pittig tegelijk, dat heb ik nog nooit geproefd! Ik ken alleen de gedroogde zwarte variant die ik thuis in de keuken gebruik. Dan pluk ik geelgroene kruidnagel van een andere plant en toont Sugat me nog een koffie- en een cacaoplant en een rubberboom. Door al die nieuwe smaken en geuren verloopt de tocht omhoog vlotjes. De rijstvelden daar zijn prachtige constructies waarbij kleine felgroene rijstveldjes afgeboord worden door zware, bruine grond. Elke boer heeft zijn veldje en kweekt er rijst voor zijn familie. Ze zijn terrasgewijs opgebouwd en op de top van de berg heb ik een prachtig uitzicht op die felgroen-bruine mozaïek. De wandeling door de rijstvelden is een beetje een evenwichtsoefening want je wandelt op de bruine omzomingen van zo’n 20 cm breed. En je zorgt best dat je er op blijft, anders hou je er natte voeten aan over.

Boven op de berg zoeken we een schaduwplekje en genieten van het uitzicht. Sugat geeft me een bananenblad, ik vouw het open en hmmm… de geur van rijst en curry slaat meteen in mijn neus. Een lunchpakketje dat zijn mama voor ons heeft klaargemaakt. Heerlijk! Nog een banaan als dessert en ik kan er weer tegen.

Dag 4: Tsjoeke tsjoeke tuut!

De Tempel van de Tand in Kandy

In ‘De Tempel van de Tand’ in de stad Kandy ligt een reliek van Boeddha: een van zijn hoektanden, deze van linksboven meer bepaald. Volgens de overlevering zal diegene die in het bezit is van de tand, heersen over heel Sri Lanka. Geen wonder dus dat die tand hier een belangrijk relikwie is. De tand zelf kan je niet zien, die zit veilig opgeborgen in 7 gouden kistjes van opeenvolgende grootte. Denk aan zo’n Russische Matroesjka waarbij je uit een grote pop steeds kleinere exemplaren haalt. Er zijn ook drie verschillende sleutels tegelijk nodig om het laatste kistje te openen.

Dagelijks wordt de kist waarin de tand bewaard wordt tentoon gesteld tijdens een hele ceremonie - eentje om 9u30 en eentje om 18u30. Lange rijen gelovigen schuiven aan om een offer te brengen en een glimp op te vangen van de reliekhouder. Tijdens de ceremonie klinkt de hele tijd tromgeroffel en kronkelt de geur van de bloemen, wierook, rijst en kruiden die geofferd worden in mijn neus. Supun vertelt trots dat hij enkele maanden geleden samen met zijn vrouw en hun pasgeboren zoon hier hun baby hebben laten zegenen. Deze plaats is nog steeds een belangrijk bedevaartsoord voor Boeddhisten. Dat blijkt wel.

Met de trein naar Nuwara Eliya

Als Supun me het rangeerstation toont en er trots bij vertelt dat het nog uit de Britse koloniale tijd stamt, slik ik even… Maar hij verzekert me dat ik me geen zorgen moet maken. Buiten vertragingen - ons niet onbekend - loopt alles op wieltjes met de treinen in Sri Lanka. Het is een populair transportmiddel, zeker voor lange afstanden en er gebeuren weinig ongelukken zegt Supun als hij me toch een beetje bedenkelijk ziet kijken. Hij neemt me mee naar het perron. Er zijn drie klassen van rijtuigen. Supun heeft voor mij een plekje gereserveerd in tweede klasse, daar beleef je, volgens hem, de ultieme treinexperience. Hij geeft me mijn ticket waarop ik mijn eindstation lees: Nanu Oya. Daar pikt Supun me weer op. Ik prent de naam van dat station goed in mijn hoofd, beeld je in dat ik vergeet af te stappen!

Ik zoek mijn plek en installeer me voor een treinrit van vier uur. De zetels in tweede klasse zijn heel comfortabel, er is voor iedereen een uitklapbaar tafeltje en boven je hoofd een opbergrek voor je bagage. De ramen zijn open geschoven en er hangen ventilatoren te draaien aan het plafond. Supun wuift me uit vanop het perron. De trein trekt zich op gang, het geratel van de treinsporen waait vrolijk door de openstaande ramen naar binnen, net als de geuren uit de omgeving. Buiten is het prachtig: de trein dendert door de felgroene rijstvelden en na een tijd trekt hij zich omhoog naar de hogergelegen theeplantages. Tijdens de treinreis stijgen we van 300 naar 1900 meter boven de zeespiegel.

Ik voel meteen als ik van de trein stap in Nanu Oya dat het hier een stuk frisser is. Supun pikt me op aan het station en we rijden nog 6 km tot in Nuwara Eliya oftewel ‘Little England’. Deze stad werd in de 19e eeuw gesticht door een Engelsman die hier kwam genieten van het koelere weer. Bovendien bleek dit ook een ideale regio om thee te verbouwen. Slecht weer en thee, veel Engelser kan het niet worden in hartje Sri Lanka, denkt u? Fout! Stichter Samuel Baker ging zeer grondig te werk: hij legde een racebaan aan voor paardenrennen, een golfbaan van 18 holes, een cricketveld, bouwde country cottages, een typisch Engels postkantoor en indrukwekkende herenhuizen in Queen Ann- stijl. Een beetje een bevreemdend gevoel als je hier rondwandelt want veel van die gebouwen zijn nog in originele staat…

Theeproeverij

Ik kan blind het verschil proeven tussen een rode Bordeaux en een rode Bourgogne en op zicht kan ik een Zuid-Afrikaanse rosé onderscheiden van een Zuid-Franse. Maar een theeproeverij? Daar heb ik nog nooit van gehoord! Thee is voor mij gewoon… thee. Sri Lanka is een van de grootste exporteurs van thee ter wereld, dus het is hier wel een ding.

De sommelier vertelt me dat alleen de twee bovenste blaadjes van de theeplant geplukt worden om thee van te maken. Dit gebeurt allemaal met de hand, en het zijn vooral vrouwen die op de theeplantages werken. Dagelijks moeten ze minstens 10 kg theeblaadjes oogsten om hun loon te krijgen. Net als bij wijn bepaalt de terroir de kleur en de smaak van thee. Hoe hoger het gebied ligt waar de thee groeit, hoe lichter de kleur en smaak.

Wat hebben we vandaag geleerd? 1. Voor een perfect kopje thee neem je tussen de 2 en 5 gram losse thee op een pot van ongeveer 500ml water. 2. Neem geen kokend water maar water van 80°C. 3. Dit laat je 3 à 5 minuten trekken et voilà: drinken maar! De kleur van de verschillende soorten thee die ik te drinken krijg tijdens de degustatie varieert van een heel licht geel over strogeel naar kastanjebruin en er staat zelfs een roze en een blauwe thee op mij te wachten. Maar for the record, die laatste is eigenlijk een infusie, van reukerwt nota bene. Dat heb ik in elke zomer in mijn moestuin staan! Dat probeer ik volgend jaar thuis ook eens.

Dag 5: Op safari!

Jeepsafari in Yala NP

De ranger stuurt zijn 4x4 de stoffige hoofdweg op van Yala National Park. Dit is het op één na grootste natuurpark van Sri Lanka: 300.000 hectare, met meer dan 40 verschillende soorten zoogdieren en 200 verschillende soorten vogels! Daar gaat mijn vogelaarhart sneller van slaan.

Met mijn fototoestel in de aanslag rijden we de wildernis in en we botsen al snel op een kudde olifanten. Wanneer ik een babyolifant fotografeer die aan weerskanten geflankeerd wordt door twee volwassen exemplaren, vertelt Supun dat dit plaatje heel bijzonder is in Sri Lanka. Ze noemen dit ‘the bunch’ waarbij de moeder en een tante het kleintje beschermen. We spotten kleurrijke vogels in alle formaten, pauwen (natuurlijk ;-)), buffels, jakhalzen, herten, krokodillen… Ik geniet volop van de mooie natuur. Maar opeens slaat de sfeer om. De ranger krijgt een melding dat er een luipaard gespot is. En dat is waar de meeste mensen voor naar Yala komen. Ik heb niet meteen door wat er aan de hand is, maar de ranger roept ‘hold on tight!’ en drukt zijn gaspedaal in. Het stof waait hoog op achter ons. Als we de plek bereiken, kan ik mijn ogen niet geloven! Meer dan 50 jeeps met ronkende motoren staan op een klein stukje rots, mensen kruipen op het dak van de auto of hangen uit de ramen. Wildlifespotters met indrukwekkende telelenzen proberen een glimp op te vangen van… het luipaard. Opzichters proberen een rij te vormen zodat iedereen iets kan zien. Ik besluit om niet mee aan te schuiven en vraag de ranger om rechtsomkeer te maken. Als we weg rijden, draai ik me nog even om naar de luipaardpaparazzi en dan… zie ik twee luipaarden wegwandelen in het struikgewas! Einde van de show, denken ze, genoeg gewerkt voor vandaag en ze verdwijnen weer de wildernis in.

Dag 6: Een woordje Nederlands doet wonderen…

Het fort van Galle

Net als Kaapstad is Galle (spreek uit als Gol) een handelsnederzetting van de Verenigde Oost-Indische Compagnie. Het was een bevoorradingsplek voor kooplieden op weg naar of op de terugweg van het Verre Oosten. Nadat ze de Portugezen in de 17e eeuw verdreven, bouwden de Hollanders deze stad uit tot de belangrijkste haven van Sri Lanka. Galle is een stad binnen de muren van een verdedigingsfort en is bijzonder goed bewaard gebleven. Unesco heeft de site uitgeroepen tot Werelderfgoed en hierdoor moet de oude bouwstijl bewaard blijven.

Als ik de hoofdpoort binnen wandel, waan ik me dan ook meteen terug in de tijd. Ik hou van de koloniale sfeer die het stadje uitademt. Aan de kerk bots ik op de conciërge die net wil afsluiten. ‘De Nederlands Hervormde kerk’ lees ik luidop van het bord dat voor de kerk staat. Als de conciërge hoort dat ik Nederlands spreek, maakt hij me met een hoofdknik duidelijk dat ik snel nog even naar binnen mag. De kerk voelt vertrouwd aan na al de tempels die ik de afgelopen dagen bezocht. De vloer ligt bezaaid met grafstenen met Oud-Nederlandse teksten die vertellen wie er begraven ligt. Ik zwaai naar de conciërge als hij de deuren sluit.

Op de hoge muren van het fort wandel ik de stad rond. Het is er druk. Locals komen hier graag naar de zonsondergang kijken, vertelt Supun. We installeren ons op de omwallingen en zien de zon zakken in de zee. Supun vertelt me dat de tsunami van 2004 ook rond Galle veel slachtoffers maakte. Maar het fort hield stand en meer nog; iedereen die zich binnen de muren bevond, heeft het gehaald. Straf!

Dag 7: S.O.S. Wim?

Kookdemo

Als ik op reis ga, ga ik graag naar lokale markten. Daar zie, ruik en proef je de lokale keuken. Supun heeft beloofd om me mee te nemen naar de vismarkt en de groentenmarkt. Ik sta te popelen! Op de vismarkt zijn het de vissers zelf die hun vangst van de dag verkopen. Met indrukwekkende messen duiden ze de breedte van de moot aan en met één haal snijden ze het stuk eraf. Tegen de middag is alles verkocht en vechten de kauwen voor restjes ingewanden of staartstukjes die achterbleven. Daarna gaan we naar de groentenmarkt waar de groenten allemaal mooi uitgestald liggen in de kraampjes. De indrukwekkende auberginetoren en prachtige wortelpiramide zijn echte kunstwerken. We kiezen ronde aubergines, wingbeans, verse curryblaadjes en iets dat lijkt op een komkommer maar er geen is.

Met onze oogst trekken we naar de keuken van het Jetwing Lighthouse Hotel, waar chef Nihal me alles gaat vertellen over de Sri Lankaanse keuken. Het water komt me al in de mond. Maar eerst moet er nog gekookt worden natuurlijk! We wassen de vis en de groenten en maken alles klaar voor onze kooksessie. Onze mise en place is indrukwekkend: de rij kruiden, specerijen, groenten en vis blijft precies aangroeien. Vandaag maken we: twee viscurry’s, gewokte grote garnalen en een vijftal groentegerechten. Na het koken is het tijd om alles op te eten. Alles lukt niet, maar ik doe mijn best. Als ze komen vragen wat ik als dessert wil, begin ik te lachen, ze maken een grapje. Toch?! De ober kijkt me meewarig aan… Hij meent het!

"Ayubowan" en tot snel in Sri Lanka!

Wil je net zoals Wim een unieke en plezierige rondreis in Sri Lanka beleven? Klaar voor een onvergetelijke ervaring op dit Wondereiland? Neem dan zeker contact op met onze travel designers om jouw reis op maat samen te stellen.

Ontdek de reis van Wim!

Misschien is dit ook interessant voor jou?

alle artikels