Op huwelijksreis door Indonesië: combi Java, Borneo & Bali

We vertrekken vandaag vanuit Brussels Airport, helemaal klaar voor onze huwelijksreis. Met de koffers gelabeld en paspoorten bij de hand schuiven we richting check-in. Tijdens de langeafstandsvlucht zien we bij zonsopkomst de wolken verkleuren.

We landen in Yogyakarta en worden begroet door onze privéchauffeur en gids. Terwijl we door de stad rijden, glijden de eerste indrukken voorbij: becaks in smalle straten, kraampjes met verse fruitjuices, kleurrijke batik. Inchecken doen we in een stijlvol hotel waar koloniale elegantie en warmte samenkomen. We nemen een douche, trekken lichte kleren aan en wandelen door de buurt. Later drinken we iets aan het zwembad en bespreken we de komende dagen. De gids tipt ons een lokaal warung voor vanavond. We proeven nasi gudeg met jonge jackfruit. We kruipen vroeg onder de veren zodat we er morgen tegenaan kunnen!

We stappen op de fiets en volgen onze gids door de smalle stegen van Kotagede. We passeren ateliers van zilversmeden en kijken mee hoe sieraden met kleine hamertjes vorm krijgen. In een traditionele kampong bewonderen we houten pendopo’s uit de 18de eeuw en spieken we in binnentuinen met mozaïektegels. Op de markt proeven we kipo en kembang waru, zoete hapjes die perfect passen bij een kop lokale koffie. In een kleine chocoladefabriek leren we hoe bonen uit de archipel worden verwerkt tot tabletten. Daarna bezoeken we de koninklijke begraafplaats en de nabijgelegen moskee. De verhalen over adel, handelsroutes en ambacht nemen ons mee door de tijd. Terug op de fiets ruiken we rijst en kruidnagel in de lucht. Tegen de middag schuiven we aan in een lokaal restaurant. Het voelt intiem en onthaast, een dag die we helemaal samen invullen.

We beginnen bij Prambanan, waar de Shiva-tempel trots oprijst te midden van ranke torens. De gids vertelt hoe hindoeïstische en boeddhistische invloeden elkaar eeuwenlang kruisten in deze vallei. Daarna fietsen we over kleine weggetjes langs rijstvelden, tabak en suikerriet. Kinderen roepen “hello!” en rennen even mee. We stoppen bij een familie die tofu maakt en kijken mee hoe uit sojamelk stevige blokken ontstaan. In een dorpje proeven we seizoensfruit en plukken we tomaten. De route gaat langs kleinere heiligdommen: Lumbung, Bubrah en Sewu. Tussen de velden nemen we een korte pauze, leunen we tegen elkaar aan en kijken we uit over een groen patchwork. Na de lunch zetten we rustig koers terug. De laatste meters naar het hotel gaan vlotjes. In de late namiddag koelen we af in het zwembad en kiezen we een restaurant in de buurt. De dag is precies goed gedoseerd

Vandaag ontdekken we het Kraton, het paleiscomplex van de sultan. Binnen de muren lijkt de drukte van de stad weg te ebben. We wandelen verder naar Taman Sari, een vroegere plek van ontspanning met vijvers, trappen en verborgen doorgangen. In Kota Gede kijken we opnieuw naar het werk van zilversmeden, dit keer grotere ateliers met verfijnde stukken. Onze gids kent de mooiste details en wijst ons op patronen die we anders zouden missen. Tijdens de lunch praten we met hem over het dagelijks leven in Jogja, over familie, eten en school. In de namiddag hebben we tijd voor ons twee: een koffiebar, een korte massage, een wandeling door een andere wijk. ’s Avonds pakken we onze bagage, want morgen trekken we het binnenland in.

We rijden de heuvels in naar een theetuin en wandelen tussen kardemom, vanille en kruidnagel. Het pad voert naar het Suroloyo-plateau, het hoogste punt van de Menoreh-berg. Boven krijgen we een panoramisch zicht op vier vulkanen. Het voelt alsof de archipel zich even helemaal laat lezen. Na de lunch gaat het richting Borobudur. We lopen de terrassen op, volgen reliëfs die verhalen vertellen en kijken uit over de vallei. De gids neemt ons ook mee naar Pawon en Mendut, twee kleinere tempels die de grootsheid van Borobudur mooi kaderen. Tegen de avond rijden we door naar Semarang en checken we in in ons hotel. Het was een dag vol beweging en verwondering.

We vliegen naar Pangkalan Bun, rijden naar de haven van Kumai en stappen aan boord van onze klotok. Zodra de motor zacht ronkt en de oever wegschuift, zakt er rust over ons heen. De rivier kleurt donker en spiegels het groen van de oever. We lunchen eenvoudig maar smaakvol aan boord, met zicht op nippa-palmen en pandanus. In de namiddag varen we dieper het Tanjung Puting National Park in. Daarna wonen we de voederplaats in Tanjung Harapan bij en zien we de eerste orang-oetans. Hun bewegingen zijn bedachtzaam, bijna plechtig. Op de terugvaart spotten we neusapen in de bomen en ijsvogels net boven het water. Na zonsondergang verschijnen de eerste vuurvliegjes als kleine lichtpuntjes tussen de palmen. We dineren op het dek en luisteren naar het water dat tegen de boot slaat. Slapen doen we in de zachte omarming van het oerwoud, dicht bij elkaar, met het muskietennet als bescherming.

Na het ontbijt varen we naar Pondok Tanggui. Rond negen uur dalen orang-oetans uit de bomen. We zien jonge dieren spelen, moeders die waken, armen die als slingerplanten bewegen. Terug aan boord varen we de zwarte rivier op richting Camp Leakey. De oevers zijn warrig en mooi, vol vogels, reptielen en spiegelend water. In het informatiecentrum lezen we over het werk van dr. Biruté Galdikas en decennia van onderzoek. Daarna trekken we opnieuw het bos in voor de voedertijd. Op de terugweg kiezen we een plekje bij de nippa-palmen. Als de duisternis valt, lichten duizenden vuurvliegjes op. We eten op het dek, praten zachtjes en kijken omhoog. Er zijn weinig plekken waar natuur zo nabij voelt zonder dat je veel hoeft te doen.

We varen terug naar Kumai en nemen afscheid van de crew. In Pangkalan Bun wacht onze binnenlandse vlucht naar Surabaya. De overgang van riviersilhouetten naar luchthavenverlichting is groot en toch klopt het ritme. In Surabaya staat een chauffeur klaar voor de rit naar het Bromo-gebied. Het landschap kantelt van laagland naar koeler bergdecor. Langs terrassen met groenten en kleine dorpen klimmen we hoger, tot we Sukapura bereiken waar we inchecken en vroeg gaan slapen, gezien we morgen voor zonsopgang moeten opstaan.

Het is nog donker wanneer we in de jeep stappen. De weg kronkelt, de lucht is fris. Boven op het uitkijkpunt kleurt de horizon langzaam. Dan schuift het licht over de zee van zand en tekent de rookpluim van Bromo zich af. Wow, wat een uitzicht! Daarna dalen we af, steken de caldera over en rijden te paard het laatste stuk tot aan de trap. Bij de kraterrand voelen we aarde en adem. Na het ontbijt rijden we verder oostwaarts richting Banyuwangi. Onderweg zie je hoe Java voortdurend verandert: plantages, kleine stadjes, bossen. Het voelt alsof we van hoogtepunt naar hoogtepunt reizen, zalig!

Vandaag doen we het wat rustiger aan. We slapen uit, nemen ontbijt met zicht op het groen en maken vervolgens een korte wandeling in de omgeving. Rond de middag zoeken we een eenvoudige warung op. Rijst, groenten, vis, sambal, limoen. Daarna dutten we in de schaduw. We bereiden onze dagrugzakken voor voor morgen. Het wordt intens, maar vandaag was van ons twee, precies zoals het hoort op een huwelijksreis.

Nog voor de eerste vogels zingen, zitten we in de jeep richting het startpunt van de Ijen-klim. De trail loopt gestaag omhoog. Onderweg kruisen we zwaveldragers met ongelofelijke last. De combinatie van stilte, inspanning en respect blijft hangen. Boven opent het uitzicht zich over het melkblauwe kratermeer. De lucht is scherp en helder. We blijven even zitten, gewoon samen kijken. De afdaling doet de spieren trillen, maar voelt licht. Terug beneden drinken we warme thee en delen we pannenkoeken met banaan. Daarna rijden we naar Ketapang en nemen we de ferry naar Gilimanuk. Op Bali merken we meteen de andere sfeer: tempelpoorten, offers, een ander ritme. We checken in in een rustig gelegen resort te midden van natuur. Het is laat in de middag en we kiezen voor een duik in het zwembad en een wandelingetje.

We vertrekken per boot naar Menjangan Island, populair om zijn heldere water en kleurrijke drop-offs. Aan boord krijgen we masker, snorkel en vinnen. Even later drijven we boven koraaltuinen waar scholen vis bewegen als één lichaam. Anemoonvissen, koraalgrotten, een zeesterren… We zien vanalles en tussendoor warmen we op op het dek. Het uitzicht op Bali’s centrale bergmassief is indrukwekkend. Na de tweede snorkelsessie varen we terug naar het vasteland. We lunchen in Pemuteran, proeven verse vis en limonade met munt. De namiddag is vrij. We boeken een massage en lezen aan het zwembad. Bij zonsondergang wandelen we een stukje langs het strand. Het water wordt stil, de lucht zacht. Aan tafel klinken we op vandaag.

We rijden langs de kust en stoppen bij de Pulaki-tempel, waar zwarte rots en zee elkaar bijna raken. Daarna rijden we landinwaarts naar de warmwaterbronnen van Banjar. We dompelen ons onder in mineraalrijk water en laten schouders en rug doorwarmen. Even verder bezoeken we het boeddhistische klooster. Terrassen, een lotusvijver en beelden die rust uitstralen. De mix van tradities voelt typisch Balinees en natuurlijk. Daarna klimmen we naar de koele heuvels rond Munduk. We checken in bij ons hotel, een plek met zicht op rijstvelden en bergen. De lucht is hier frisser, het tempo trager. We maken een korte wandeling in de buurt en kijken hoe de avond over het landschap valt. Bij het diner kiezen we voor gerechten met veel groenten en lokale kruiden.

We rijden naar het Tamblingan-meer, omsloten door regenwoud. De gids vertelt over tempels die het water heilig verklaren en over planten die lokaal als medicijn dienen. We stappen in een traditionele houten kano en glijden geruisloos over het water. Het woud weerspiegelt in het meer en we fluisteren vanzelf zachter. Daarna wandelen we door een pad met reusachtige varens en lianen. Na de lunch gaat het naar Banyumala Twin Waterfall. Het pad daalt af tot een natuurlijk bekken waar twee watervallen naast elkaar neerstorten. We zwemmen kort en laten het koude water alle restjes vermoeidheid wegspoelen. Terug boven drogen we in de zon en drinken we iets. Op de terugweg naar het hotel kijken we uit over de tweelingmeren Buyan en Tamblingan.

We vertrekken richting Ubud met drie mooie haltes. Eerst de tempel van Ulun Danu Bratan, op de oever van het meer. De pagodedaken weerspiegelen in het water, dennen staan op de hellingen. Daarna rijden we naar Jatiluwih. De rijstterrassen golven zover we kunnen kijken. We wandelen een stuk langs smalle dammetjes en leren over het subak-systeem dat water en gemeenschap verbindt. Lunch gebruiken we in een bamboerestaurant in het regenwoud. Tot slot stoppen we bij Sangeh Monkey Forest. Tussen nootmuskaatbomen en een tempel bekijken we het schouwspel van nieuwsgierige makaken. In de late namiddag rollen we Ubud binnen en checken we in. Vanuit het zwembad kijken we uit over groen en rijstvelden. We kiezen een restaurant in het centrum en wandelen erheen. Ubud voelt meteen creatief en levendig, met ateliers, gallerijen en geuren van kruidige keuken

We stappen in een open, klassieke Volkswagen. Met de wind in het haar rijden we langs dorpjes en kleine weggetjes. De chauffeur stopt bij uitzichtpunten en tempels die we anders nooit hadden gevonden. Na de lunch bezoeken we Gunung Kawi, het tempelcomplex met in de rotsen uitgehouwen heiligdommen. De vallei is groen, de rivier bruist. Vervolgens gaan we naar Tirta Empul, waar gelovigen zich ritueel reinigen in heilig bronwater. We kijken met respect en houden het stil. In Tegalalang wandelen we tussen terrassen en palmstroken, overal klinkt het tikken van irrigatie. Tegen de avond zijn we terug in het hotel. We trakteren ons op een spa-behandeling en een diner bij kaarslicht. Vandaag was afwisselend, speels en toch heel betekenisvol. Het voelt alsof Ubud alle lagen van Bali compact samenbrengt

Vroeg in de ochtend trekken we naar de markt van Ubud. Onze chef wijst kruiden en groenten aan, we proeven fragmenten van wat straks ons menu wordt. In de open keuken, tussen moestuin en rijstvelden, leren we balanceren met zoet, zuur, zout en pittig. We hakken, roosteren, stampen. Het resultaat is een lunch die we helemaal zelf hebben gemaakt en die we buiten opeten. De namiddag is voor ons twee. We kuieren door Ubud, kopen een stuk batik en een klein kunstwerk. Tegen zonsondergang wandelen we nog even door de rijstvelden achter het hotel. Het licht wordt zacht, het water in de kanaaltjes glanst. We klinken op de voorlaatste avond in Ubud. Deze plek nodigt uit om te vertragen en dat past perfect bij een huwelijksreis.

We verlaten Ubud en stoppen eerst bij Taman Ayun, de koninklijke tempel van Mengwi. De drie terrassen en de meru-torens staan strak in lijn. Daarna rijden we naar de kust voor Tanah Lot. De tempel op de rots kijkt uit op de oceaan. Afhankelijk van het getij komen we dichterbij of bekijken we alles vanop het strand. De plek is iconisch en terecht. In de namiddag rijden we verder naar Sanur. De sfeer aan zee is meteen anders: een lange promenade, zachte golven, vissersboten die dobberen. We zetten onze bagage neer, trekken slippers aan en wandelen richting strand. De laatste etappe van onze reis is begonnen.

We slapen uit en gaan daarna rustig ontbijten. De ochtend is ideaal voor een wandeling over de promenade. De zee is kalm en de lucht helder. We zoeken een plekje op het strand en wisselen lezen, zwemmen en praten af. In de namiddag kiezen we voor een spa-behandeling in het hotel of een korte fietstocht langs de kust. Alles mag, niets moet. Bij zonsondergang zitten we op het strand. ’s Avonds kiezen we een restaurantje met verse vis. De dag erop kopen we de laatste souvenirs en genieten van de omgeving en elkaar. We drinken uit een kokosnoot op een terras met zicht op het water. Het einde komt dichterbij, maar vandaag was nog helemaal van ons.

We ontbijten licht, leveren de kamer tegen de middag in en hebben nog tijd voor een laatste wandeling. Rond de vroege namiddag worden we opgehaald voor de privétransfer naar de luchthaven. We nemen afscheid van Bali met hetzelfde gevoel als bij de aankomst: rust en warmte. Thuis zal het even wennen zijn, maar we nemen deze weken mee in onze gedachten. De mooiste souvenirs zijn onzichtbaar en precies daarom zo waardevol.